Internationaal spotlight op Maluku II
Brits engagement bij herstel vrede
Nico van Hollenstedt
In de vorige editie van Marinjo werd al aangekondigd dat er verslag zou komen van een aantal internationale conferenties. In London vond van januari 19 tot januari 28 een hands-on bijeenkomst plaats met betrekking tot de reconciliatie en reconstructie in de Molukken, die in Brussel vervolgd werd. Toen konden we niet bevroeden dat de situatie in de Molukken weer zo zou gaan escaleren. Het geeft aan hoe broo de vrede was en hoe gevoelig alles nog is. Maar het geeft ook aan hoe noodzakelijk het is om op de weg van verzoening en wederopbouw door te gaan. De manier waarop er in de meeting van London met elkaar werd omgegaan, laat tevens zien dat samenwerking tussen moslims en christenen mogelijk moet zijn.
€Voordat de
bijeenkomst plaatsvond, hadden slechts een aantal mensen in de Nederlandse Molukse
gemeenschap a priori kennis van deze conferentie in London over ‘Molukse reconciliatie en reconstructie’.
Deze vergadering, bijgewoond door een delegatie van vredestichters uit de Molukken, was in feite een
gesloten bijeenkomst om te verzekeren dat de islamitische en christelijke afgevaardigden een algemeen plan
konden opstellen voor verdere verzoening onder hen en reconstructie van beide gemeenschappen zonder enige
potentiële onderbreking door belangengroepen uit Nederland. De organisatoren vreesden dat die groepen deze
bijeenkomst zouden benutten om zekere ideologieën door te drukken en zo een positief resultaat zouden
verhinderen. Toen de mensen in Nederland over de bijeenkomst vernamen, waren ze verrast. Alles wat ‘Moluks’
is in het internationale circuit wordt gewoonlijk beschouwd als het domein van de Nederlandse regering.
“Waarom zijn de Britten hierin betrokken?” was een vaakgestelde vraag. Deze verslaggever weet het antwoord
hierop niet. Hoe het ook zij, terwijl de interesse van de Nederlandse regering in de Molukken schijnt te
fluctueren met de urgentie van de crisis en snel een nulpunt bereikt wanneer dingen lijken af te koelen,
beschikt het Britse parlement over een permanent comité voor Indonesië dat nog steeds een oogje schijnt te
houden op de Molukken, ook al is de situatie rustiger geworden. Het onderwerp wordt voldoende serieus
genomen dat het Britse Ministerie van Buitenlandse Zaken toegestemd heeft deze conferentie volledig te
financieren. Afgezien van de onmiskenbare economische overwegingen aangaande de natuurlijke rijkdommen van
Indonesië, kan een behoorlijke invloedrijke lobby van christelijke groepen ook de interesse levend houden
Harmonie-model
De conferentie werd georganiseerd door de Engelse organisatie IICORR Ltd., een enigszins lastige
acroniem dat staat voor Internationale Islamitische Christelijke Organisatie voor Reconciliatie en
Reconstructie. Het is een nieuwkomer onder het steeds groeiende aantal non-overheidsorganisaties
(Non-Governmental Organizations of NGOs) die zich bezighouden met internationale crisisgebieden. IICORR’s
missie is ‘harmonieuze relaties te bevorderen tussen islamitische en christelijke gemeenschappen in de
wereld, in het bijzonder in gebieden met een beginnend of gevestigd conflict'. Haar focus is aldus globaal
gericht op de Molukken, niet op kleine religieuze bestuurseenheden. Het is fascinerend dat haar president,
Indonesië’s ex-president Abdurrachman Wahid is, beter bekend als Gus Dur. Alhoewel de organisatie nieuw is,
heeft het politieke invloed dankzij twee Britse parlementsleden die in het bestuur zitten en de voorzitter,
die de Plaatsvervangende Voorzitter is van het Britse groep Molukkers in Londen, waarvan de leden allen
getrouwd schijnen te zijn met Engelsen en overigens behoorlijk geïntegreerd in de Engelse samenleving. Zij
waren echter goed geïnformeerd over het thuisland en zijn er net zo trots op Molukkers te zijn als iedereen
in de Nederlandse diaspora. Dr. Dieter Bartels was aanvankelijk gevraagd als moderateur voor een adat
workshop, maar werd vanwege een gebrek aan personeel meer een soort algemene voorzitter van de bijeenkomst.
Reconciliatie voorstellen
De
vertegenwoordigers van
zowel de islamitische als christelijke zijde zetten zich allen sterk in voor
het herstel van de traditioneel goede relaties tussen de beide gemeenschappen. De huizen van sommige
moslims zoals Thamrin Ely (parlementslid) en Nasir Rahawarin (BIMM) werden platgebrand nadat hun
betrokkenheid bleek uit hun medewerking aan de Malino II overeen-komst. Andere moslimleden waren dr. Idrus
Tatuhey (Hoofd van Muhammadiyah) en drie radja’s, namelijk John Ohorella (Tulehu), A. Malawat (Mamala) en
M. Tuanaya (Kailolo). Hasan Doa, Bupati van Centraal Halmahera (Noord Molukken) trad op als waarnemer. De
protestants-christelijke zijde werd vertegenwoordigd door de moderator van de GPM, Broery Hendriks, de
dominees Jacky Manuputty (Baku Bae) en John Ruhulessin (jeugdleider) zowel als de radja’s Theresia Maitimu
(Passo) en Chris Tamaela (Souhuku). Andere aanwezigen waren de de burgemeester van Ambon Stad, drs. Jopie
Papilaya en de katholieke bisschop van de Molukken, Monseigneur Petrus Mandagi. De afgevaardigden werden
onderverdeeld in drie werkgroepen. De eerste groep besteedde aandacht aan het herstel van adat en zijn nut
in de verzoening, de tweede groep behandelde reconstructie en bestuur terwijl de derde de relaties tussen
de religies besprak. Iedereen werkte lange dagen om te komen tot een aantal aanbevelingen (zie kader) die
aan het Britse en Europese parlement aangeboden zouden worden. De recommandaties zullen tevens in de
Molukken worden gepresenteerd en gebruikt als discussiestukken in het reconciliatieproces en als basis voor
subsidie-aanvragen die aan verschillende Europese regeringsinstellingen gestuurd zullen worden. Voor iemand
die persoonlijk de bloedige gevechten tijdens de kerusuhan heeft waargenomen, was de harmonieuze
samenwerking, verbazingwekkend. De mensen waren hartstochtelijk, maar zonder ooit de controle over hun
emoties te verliezen zoals vaak het geval is in Molukse bijeenkomsten. In plaats van kibbelen en pochen was
er veel gemoedelijk gescherts en eindeloos grappenmakerij. De indruk was sterk dat allen werkelijk wilden
komen tot verzoening en wederopbouw, en als er persoonlijke agenda’s waren, dan waren die niet aan de
oppervlakte zichtbaar. Ze schenen allen geëngageerd te zijn en het beste te willen maken van de nieuwe
autonomiewet die de lokale regering enige speling geeft in de besluitvorming. De doelen die ze zijn
overeengekomen, zijn gematigd en realistisch,en gehoopt wordt dat westerse regeringen en NGOs hun
inspanningen zullen steunen zowel moreel als financieel. Zij keerden vol goede moed terug om de levens van
Molukkers te verbeteren en zij verdienen alle hulp die zij krijgen kunnen.
Voor de aanbevelingen, in het Engels en Indonesisch, zie de “IICORR Recommendations” aan de vorige pagina
Note: This article published in Marinjo, June 2004